Langere levensduur van apparaten: gaat het wel of niet het verschil maken?

De productie van consumentenelektronica moet duurzamer. Daartoe heeft de EU de Ecodesign Richtlijn aangepast. De nieuwe regeling heet nu Ecodesign for Sustainable Products Regulation, kortweg ESPR.

Deze ESPR zorgt ervoor dat producenten klaar zijn voor een circulaire economie waarin recycling de boventoon voert en primaire grondstoffen naar de achtergrond verdwijnen. Een van de ESPR-richtlijnen is het verlengen van de levensduur van apparaten. Wanneer producten langer worden gebruikt, kan de productie van nieuwe apparaten omlaag. Maar heeft het zin om de levensduur te verlengen?

In opdracht van FIAR heeft GfK een onderzoek uitgevoerd naar de aankoopmotivatie van consumenten. Daaruit blijkt dat consumenten ondanks hun groene ‘wensen’ toch ook veel producten nieuw blijven kopen. Die nieuwe producten moeten wel duurzaam geproduceerd zijn, vindt de consument. De verantwoordelijkheid voor een groenere toekomst kan echter niet enkel en alleen op de schouders van producenten leunen. Ook de consument zal bewuste keuzes moeten blijven maken.

Leden van FIAR kunnen het hele onderzoek van GfK downloaden.

Circulaire Economie Fiar

Nieuw is in, tweedehands is uit

Dat consumenten liever voor nieuw gaan, blijkt uit de verkoopcijfers van tweedehands apparaten. Er worden minder tweedehands tv’s, audio-en visuele apparaten gekocht. Slimmere functies en het design van een nieuw apparaat blijven belangrijke factoren in de motivatie achter een aankoop. Tegelijkertijd geven consumenten de voorkeur aan energiezuinige apparaten met een lange levensduur.

Dat consumenten minder geneigd zijn tweedehands te kopen, is opvallend te noemen omdat mede door de oorlog in Oekraïne en de snelle economische opmars na de COVID-19-pandemie, de kosten van grondstoffen en transportkosten stijgen en producten dus steeds duurder worden. Met het duurder worden van nieuwe producten is het dalen van de nieuwe verkoop een logisch gevolg. Toch geeft slechts 20% van het totaal aantal consumenten aan zoveel mogelijk tweedehands te kopen.

De oorzaak van verminderde aanschaf van tweedehands audio, tv en beeldapparatuur is zeer waarschijnlijk het feit dat de specificaties van het nieuwe apparaat beter zijn dan een tweedehands exemplaar dat bijvoorbeeld bepaalde (slimme) functies niet heeft. Apparaten worden slimmer en daarmee worden de oudere apparaten in rap tempo ‘dommer’. Hoeveel stroom een ouder apparaat meer gebruikt dan een nieuw exemplaar speelt ook mee. Het verbruik is het belangrijkste duurzaamheidsaspect en dat leeft vooral bij tv-en audioapparaten (75% en 44%). Volgens het onderzoek blijkt dat de prijs van nieuwe producten een veel minder grote impact heeft op de aankoopmotivatie. Als we kijken naar de consumenten die wel tweedehands apparaten kopen, dan is dit omdat nieuw simpelweg niet in het budget past en daarmee te duur is.

Wat nieuwe producten moeten kunnen

Consumenten stellen best wel wat eisen aan nieuwe producten. Dat een apparaat ‘slim’ is, staat aan de basis van 23% van de aankopen. Omdat apparaten steeds slimmer worden, volgen ze elkaar ook sneller op en worden consumenten steeds kritischer. De grootte van een tv is voor 74% van de kopers slechts één van de belangrijke kenmerken, maar voor 22% het belangrijkste kenmerk. Groter en slimmer is dus een prangende behoefte.

Kijken we naar audioapparaten, dan koopt de consument hoofdzakelijk het apparaat voor de kwaliteit van het geluid, wat opzichzelfstaand logisch is. Maar uit aanvullende cijfers blijkt dat ook de prijs (52%), het merk (40%), het design (34%) en de grootte (31%) meespeelt. Beslissende factoren zijn het vaak echter niet. Levensduur speelt hierin opnieuw een rol, want hoe langer het apparaat kan worden geüpdatet, hoe langer het uiteindelijk meegaat.

Kijken we naar wat nieuwe camera’s zouden moeten kunnen, dan zit dat in de specificaties van de camera zelf, maar ook in hoe lang de camera in de toekomst te updaten is. Camera’s worden door de consument hoofdzakelijk gekocht omdat diegene nog geen toestel had. Dat een camera wel voor lange tijd te updaten moet zijn, speelt bij 10% van de aankopen een rol.

Repareren of toch nieuw kopen

Er zijn voor consumenten een aantal redenen leidend om niet te kiezen voor reparatie van een bepaald elektronisch product. Bij televisies kijkt 42% van de consumenten naar reparatie van het defecte product. Kiest de overige 58% niet voor herstel, dan komt dat in 36% van de gevallen omdat de tv zijn uiterste levensduur heeft behaald. Bij audio kijkt een meerderheid van 62% compleet niet naar reparatie, waarvan 34% vanwege het eind van de levensduur van het apparaat.

Bij camera’s liggen deze percentages juist andersom. Herstellen of repareren is in die productgroep juist veel belangrijker. Dat blijkt uit het feit dat bij defecte camera’s er vaker door consumenten voor reparatie wordt gekozen, dan bij tv’s en audioapparatuur, namelijk 59%. Als de consument reparatie te duur vindt, ziet men af van herstel (22%). In 23% van de gevallen blijkt reparatie van deze complexe toestellen niet mogelijk.

Duurzaam en toch met de tijd mee

Komt het aan op duurzaamheid, dan bevindt de consument zich op een tweesprong. Aan de ene kant wil zij steeds slimmere en grotere nieuwe apparaten, maar aan de andere kant wil 65% graag een duurzame keuze maken. De consument verkiest het nieuw aanschaffen van apparaten boven het repareren ervan. Desondanks blijft de levensduur van een apparaat één van de belangrijkste beweegredenen om een apparaat te kiezen. Herstel verlengt weliswaar de levensduur, maar de consument heeft liever een lange gebruiksduur vanuit de fabriek. Door de levensduur van appraten vanuit de fabriek te verlengen, speelt de producent in op de wens van de consument. Levensduur zit niet alleen in het gebruik van materialen maar, zo blijkt, ook in de mogelijkheden apparaten tot ver in de toekomst te kunnen blijven updaten zodat slimme functies zoveel mogelijk behouden blijven. Producenten worden aangezet om de termijn waarin updates worden uitgevoerd te specificeren.

Levensduur verlengen, zinvol of niet?

Is het verlengen van de levensduur van elektrische huishoudelijke apparaten zinvol? De hardware van apparaten heeft behoorlijke levensduur heeft die ruim voldoet. Consumenten vervangen immers vaker een toestel omdat er een nieuw model is dan omdat het kapot is. De software heeft echter wel een remmend effect op de levensduur. Daar hebben we te maken met apps die niet langer kunnen updaten en smart-apparaten die steeds intelligenter en ingewikkelder worden. Er ligt zodoende dus ook een belangrijke rol voor softwareproducenten op tafel.

Het verlengen van de levensduur heeft dus zin, maar met een belangrijke kanttekening. Door oude apparaten te recyclen en als grondstof te gebruiken voor nieuwe apparaten, voldoen producenten aan de duurzame ambities van de Europese richtlijnen van de ESPR. Producenten kunnen deze verandering echter niet alleen in gang zetten en daarom zal de consument ook diens mindset moeten veranderen om samen te kiezen voor een duurzame toekomst.

Leden downloaden het onderzoek hieronder gratis.

Wilt u verder lezen? Word dan deelnemer van FIAR of log in.

Word nu ook deelnemer

Bent u producent of importeur van consumentenelektronica? Ontvang dan regelmatig een bericht vol kennis en inspiratie, met actuele thema’s, nieuws en aankomende bijeenkomsten.

deelnemer worden